Op 4 november 1944 bombarderen de geallieerden Venlo opnieuw. Het is een van de in totaal dertien bombardementen die Venlo te verduren krijgt tijdens de bevrijding.
Het eerste bombardement vindt plaats op 13 oktober, daarbij komen 59 mensen om het leven. Maar ook op 28 en 29 oktober en op 3, 4 en 5 november is het raak en het blijft maar doorgaan, met bij elk bombardement tientallen doden als gevolg. Het doel van de geallieerden is om de Maasbruggen te vernietigen. Daarmee willen ze de bevoorradingsroute van de Duitsers blokkeren, maar het lukt de bommenwerpers telkens niet om hun doel te raken. Gelukkig lukt het de hulpdiensten wel om draaiende te blijven. Zij beperken veel van de schade. Harry Keulards heeft een boek geschreven over de bombardementen van Venlo en vertelt hoe het de hulpdiensten lukt om nog draaiende te blijven:
Joep Ramaekers woont in Venlo. Hij is nog erg jong als zijn stad telkens weer wordt gebombardeerd. Hij vertelt dat het op zijn leeftijd niet zo veel indruk maakt als dat je zou verwachten:
Voor de volwassenen was het gevaar duidelijk, maar toch kozen velen ervoor om in Venlo te blijven:
Op 5 november 1944 zullen de bombardementen een grote brand veroorzaken in Venlo.