Dit gebeurde er in Limburg in 1943

24 januari:  Begrafenis van NSB’er Leendert de Leeuw (groepsleider) in Roermond. De Raad voor Cultuur noemt zijn markante en met nazi-symbolen versierd graf ruim vijftig jaar later “een tastbare herinnering aan een betreurenswaardige episode uit de Nederlandse geschiedenis”.

17 februari: De gezamenlijke Nederlandse kerken protesteren in een brief aan Rijkscommissaris Seyss Inquart tegen “ het ten dode vervolgen van joodse medeburgers”.

21 februari: In een aanvullende brief op die van 17 februari verbieden de bisschoppen elke vorm van medewerking aan de deportatie van joden. Het katholieke volksdeel neemt er in de kerken kennis van.

26 februari: Heerlen (Willemstraat en omgeving) door bommen getroffen: veel materiële schade.

29 maart: Liquidatie van Wilhelm Hetterscheid, kringleider van de NSB Roermond en burgemeester van Baexem, door leden van een verzetsgroep rond de Heerlense brandweercommandant Charles Bongaerts. Reden: Hetterscheid heeft lucht gekregen van de activiteiten van de groep en er dreigen arrestaties.

8 april:  Aangeschoten Britse bommenwerper lost bommen boven het zuiden van Venlo: er vallen 9 dodelijke burgerslachtoffers.

8 april:  De deportaties lopen af. Een van de laatste groepen, in Limburg woonachtige joden –in totaal ruim 300 vooral oudere en zieke mensen- gaat op transport naar kamp Vught. Van hieruit gaan ze naar het doorgangskamp Westerbork om op 11 mei te worden gedeporteerd naar het vernietigingskamp Sobibor in Polen waar ze meteen na aankomst worden vermoord.

10 april:  Limburg wordt officieel “Judenrein” verklaard.

29 april: Bekendmaking van de terugvoering van alle Nederlandse (dienstplichtige) militairen in krijgsgevangenschap. Vrijwel meteen breken overal spontane stakingen uit (April-Meistaking). Vooral in de Mijnstreek legt het mijnpersoneel massaal het werk neer.

30 april: Politiestandrecht wordt afgekondigd n.a.v. de stakingen.

2 mei:  Standrecht veroordeelt zeven stakers uit Limburg tot de doodstraf. Onder hen bevinden zich drie mijnwerkers en de verzetspionier Martinus Bouman uit Roermond. Ze worden diezelfde dag doodgeschoten op De Hamert (tegenwoordig Nationaal Park De Maasduinen bij Bergen). Daarmee is de staking gebroken.

7 mei:  Alle mannen tussen 17 en 35 jaar moeten zich bij het arbeidsbureau melden voor dwangarbeid (‘arbeidsinzet’) in Duitsland, te beginnen met de 19- tot 23-jarigen.

11 mei: De laatste grote groep Limburgse joden gaat op transport naar het vernietigingskamp Sobibor. In de loop van mei, juni en juli volgen nog enkele kleinere groepen Limburgse joden.

13 mei: Radiotoestellen moeten worden ingeleverd.

16 mei: Door middel van een brief die in alle kerken wordt voorgelezen, protesteren de Nederlandse bisschoppen tegen de terugvoering van de Nederlandse militairen in krijgsgevangenschap en dwangarbeid in Duitsland die de Nederlandse jongeren boven het hoofd hangt. Het protest is in Limburg aanleiding om binnen een tijdsbestek van enkele maanden een provinciale organisatie voor hulp aan onderduikers op te zetten. Stuwende kracht achter dit initiatief is Leo Moonen, secrtetaris van de bisschop van Roermond. Veel geestelijken, met name jonge kapelaans scharen zich achter dit initiatief en gaan actief deelnemen aan het verzet voor zover ze er niet al bij betrokken zijn.

17 juli:  Leden van de Maastrichtse Sicherheitspolizei en de Grüne Polizei kammen de bossen bij Helden uit. Ze zijn op zoek naar een (verraden) kamp voor onderduikers. Dat vinden ze niet. Toch worden een aantal (joodse) onderduikers en hun helpers opgepakt van wie sommigen in Duitse gevangenschap om het leven komen.

3 augustus: Limburgse Roma en Sinti worden in drie verzamelkampen geconcentreerd: Nijmegen, Venlo en Maastricht.

8 september: Op grond van verraad gaan de Sicherheitspolizei uit Maastrichts met hulp van de Grüne Polizei op zoek naar twee kampjes voor onderduikers in de bossen tussen Beegden en Haelen. Ook in Maasniel en Nunhem houden ze een klopjacht op onderduikers. Hoewel de kampjes niet gevonden worden, pakken de Duitsers achttien mannen op van wie een aantal lange tijd in gevangenschap verdwijnt.

6 november: Na verraad wordt de verzetsgroep rond brandweercommandant Charles Bongaerts uit Heerlen getroffen door een arrestatiegolf. Een aantal medewerkers onder wie Bongaerts komt in Duitse gevangenschap om het leven. Hetzelfde lot treft in de weken erna een aantal joodse onderduikers. De groep beschikt over een omvangrijk netwerk aan verbindingen en houdt zich onder meer bezig met hulp aan joden, geallieerde piloten, ontsnapte Franstalige krijgsgevangenen, onderduikers en sabotage. Ook worden wapens en inlichtingen verzameld en verzetsbladen gemaakt en verspreid. Na de arrestaties zetten anderen en buiten schot gebleven medewerkers het verzetswerk van de groep voort.

7 november: Tungelroy en het nabijgelegen kamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) wordt vanuit de lucht bestookt met honderden fosforgranaten.

21 december: Een verzetsgroepje uit Sittard-Geleen overvalt het plaatselijk postkantoor. Er worden distributiebonnen en kasgeld buitgemaakt.

23 december: Liquidatie van Herman Geenen uit Roggel door leden van de Sicherheitspolizei uit Maastricht. Het betreft een willekeurige represaille of ‘Silbertannemoord’ als antwoord op verzetsacties.

30 december: De Sicherheitspolizei uit Maastricht houdt een razzia op onderduikers in Voerendaal. Een aantal joodse onderduikers wordt opgepakt.