Op 21 oktober 1944 wordt Aken door de geallieerden bezet.

De geallieerden waren al sinds 2 september richting Aken aan het trekken toen ze de Duitse verdedigingslinie bij Rimburg en Palenberg, de Westwall, aanvielen. Het doel van de geallieerden was om Aken te omsingelen. Dat plan kregen ze in Aken ook door. Rond 10 oktober is een groepje burgers naar "Kampfkommandant" Gerhard Wilck gegaan om hem te overtuigen de stad over te geven, zo weet Peter Bertram uit Vaals:

Het verzoek van de burgers komt na aanleiding van een ultimatum van de geallieerden. In dat ultimatum staat: "Indien de stad niet wordt overgegeven, zal ze door ons volkomen in puin worden gelegd."

Dat is verschrikkelijk veel, maar als je het vergelijkt met hoe de Duitsers in Warschau huisgehouden hebben is het nog mild. Toen de bezetters zich terugtrokken uit de Poolse stad was er nog maar 15 procent van de gebouwen over. Gelukkig zijn er in Aken maar weinig burgerslachtoffers gevallen. De meeste inwoners waren al veel eerder geëvacueerd:

Rond twaalf uur in de middag tekent Kampfkommandant Gerhard Wilck de capitulatie van Aken. Maar eigenlijk wilde hij dat al veel eerder doen. Hij vindt dat het tactisch gezien beter is om de stad op te geven, maar daar ging Generalfeldmarschall Walter Model niet in mee. John Governe uit Maarheeze, publicist over de Tweede Wereldoorlog:

Dat is een soort reserve pot waar de legerleiding mensen uit kan halen als ze die nodig hebben. Op de dag van zijn ontslag is de omsingeling van Aken compleet. Bij gebrek aan andere Kampfkommandanten wordt Wilck opnieuw benoemd: