Op 7 oktober 1944 werd er flink gevochten langs de Nederlands-Duitse grens. De zogenoemde Westwall was de boosdoener.
Dat was een grote verdedigingslinie die door de Duitsers gebouwd was na de bezetting van het Rijnland in 1936. Maar door de snelle verschuiving van het front naar Frankrijk in 1940 hadden de bouw en het onderhoud van de Westwall geen prioriteit meer. Jan Driessen, oud-archivaris van de gemeente Kerkrade:
De Duitsers hebben de lokale bevolking gebruikt als goedkope arbeidskracht. Daardoor hebben ze nog een groot deel van de Westwall kunnen herstellen:
Aan de andere kant van die Westwall, de Duitse kant, werd er ook gevochten. De Amerikanen waren bij Ubach Palenberg aangekomen, bij Landgraaf net over de grens. Er woonden daar ook veel Nederlanders, zo ook Hubert Meertens. Toen we hem interviewden 25 jaar geleden had hij nog de Nederlandse nationaliteit. Zijn vader is Nederlander en zijn moeder Duitse. Hij weet nog goed hoe het gegaan is die ochtend van 7 oktober:
Omdat Hubert zijn schoenen was kwijtgeraakt, had hij Duitse legerlaarzen aan. Daardoor liep zijn eerste ontmoeting met de Amerikaanse bevrijders niet heel vlot:
Ook al woonde Hubert in Duitsland, de komst van de Amerikanen voelde als een bevrijding. Hij heeft namelijk Belgische onderduikers in huis genomen: